Ik ben geen goede feminist. Over seksueel geweld door vluchtelingen

Allereerst een waargebeurd verhaal. In 1974 deed een vrouw aangifte van beroving. Het signalement van de dader was ‘ongeveer 1.80 meter, normaal postuur, donker krullend haar en bruine ogen. Hij droeg een beige jas en een spijkerbroek.’ Jaren later vertelde ze mij over dat voorval. ‘Ik heb er nooit bij gezegd dat hij bruin was’, zei ze. ‘Ik vond dat huidskleur er nooit toe mocht doen.’

Ik moest hieraan denken toen ik een open brief las over de massale aanrandingen in Keulen tijdens nieuwjaarsnacht. De Duitse schrijfster Katja Schneidt schreef aan haar regering over de berichtgeving en hoe weinig gekleurd die was. Ze verweet de regering dat het zich al jaren hard maakt om seksueel geweld door asielzoekers, buiten de media te houden. Ook in de Nederlandse media zag ik een zekere mate van voorzichtigheid. De mannen zouden een Noord-Afrikaans uiterlijk hebben gehad, leken Arabisch te spreken of zouden mogelijk geen verblijfsstatus hebben.

Een paar dagen later zie ik -in elk geval in Nederland- nog maar weinig terug van die terughoudendheid. Het waren asielzoekers, vluchtelingen… Nee, ‘smerige Arabieren die hun poten af moesten houden van onze vrouwen!’

Pardon?!

Er was een tijd dat feminisme en een aversie tegen vreemdelingenhaat hand in hand gingen. Iedereen is gelijk en niemand mag uitgesloten worden of geweld worden aangedaan. Maar in tijden dat vluchtelingen ‘zo je dochter pakken’, heb je als feminist wat uit te leggen. Want een goede feminist zou inmiddels tegen buitenlanders, moslims en asielzoekers moeten zijn. Een goede feminist zou deze mannen moeten sommeren hun eigen vrouwen maar te gaan verkrachten. Een goede feminist zou zeggen: ‘Ik hoop dat het je moeder overkomt.’

Ik ben geen goede feminist.

De gebeurtenissen in Keulen zijn misselijkmakend en hartverscheurend. Het idee alleen al om door zo’n menigte heen te moeten lopen is beangstigend. Elke vrouw op de wereld kent in elk geval een beetje van die angst. Als de daders Noord Afrikanen waren of Arabisch spraken, is dat onderdeel van hun signalement. Ik hoop dat het bijdraagt aan de kans om ze op te pakken en passend te straffen.

Maar ik begrijp het wel wanneer een regering tot kalmte maant wanneer daders van seksueel geweld mogelijk vluchtelingen zijn.

Veel van de keren dat ik uitgemaakt ben voor hoer of bepoteld ben in de kroeg, was dat door blanke boerenlullen uit de polder. Niemand die ik ken, zag daarin in een patroon of een bevestiging dat Nederlandse mannen verkrachters waren. Niemand die ik ken ontwikkelde een angst voor blanke boerenlullen uit de polder. Ploertig gedrag van Nederlanders straalt niet af op andere Nederlanders. Ploertig gedrag van vluchtelingen wel op andere vluchtelingen.

Nederlanders die tegen nieuwkomers zijn, zijn zelden feminist. Toch grijpen ze ‘kopvodden’ en seksueel geweld maar al te graag aan om aan te tonen dat ze een gevaar vormen voor de Nederlandse samenleving. Ik voel me in Nederland geen moment onveilig door de aanwezigheid van nieuwkomers. Wel door mensen die zoveel haat verspreiden.

Ik hoop echt dat alle daders van de massale aanranding in Keulen worden gepakt. Niks menselijks is mij vreemd, ik zou ze eigenhandig wat aan willen doen. Maar of ze nou wel of geen asielzoekers waren, is daarbij niet het punt. Hun huidskleur wel. Net als de kleur van hun ogen, de kleur van hun jas en die van hun spijkerbroek.