Warenhuis was,
staan nu nog slechts de wanden
te wachten
tot de mensen weer
komen, weerklinken
in de ruimte tussen hen in.
Ze waren een inhoudsmaat geworden.
De kubieke Dreesmann
waar ooit huisraden
en speelgoed,
step-ins en torselets,
maar op een dag
geen agenda’s meer
voor het jaar erop.
En toen niks.
Een doos die plek inneemt
maar slechts lucht bewaart.
Leegte vraagt gevuld te worden,
vervuld te raken
van iets nieuws.
De wanden kleur en aandacht,
een bord op de gevel
en iets om te behelzen.
Waren, het schone,
het geluid van bezoek.
Vensters wellicht, alsnog,
nieuw perspectief in olieverf op doek.
Niks
is weerloos en van waarde.
De kunst is zien wat het kan zijn.
‘De kunst is zien’ is een stadsdicht in opdracht van De Kunsthal en De Kunstuitleen. Zij voegden zich samen in het voormalig V&D gebouw.