Mijn stad aan zee
is een oorlogsmonument.
In dit moment van stilte,
maar eigenlijk altijd.
Verleden tijd verzilt
in grijs beton.
Ziet u dat winkelpand, mevrouw?
En dat flatgebouw,
beschimpt om hoekigheid?
Het is weerbaarheid.
Geschiedenis.
Elke steen een ode
aan wat niet meer is.
Zo’n 150 keer, meneer.
Geen stad zo vaak getroffen
en onovertroffen
wederopgebouwd.
Ziet u dat kantoor daar?
Het kwam in plaats van een café
waar lang geleden meisjes
dansten met matrozen,
een vrijer kozen
die nooit terugkeerde van zee.
En daar? Daar woonde ooit
een onbezorgd gezin.
Nu een herinnering in struikelsteen
voor winkelend publiek.
Ik hoorde dat hier een vader stierf
tijdens het groot bombardement.
Zijn achterkleinzoon kreeg zijn naam.
Mijn stad aan zee
is een oorlogsmonument,
om stil te staan
bij wat er werd verwoest.
En mag ik u vragen,
meneer, mevrouw,
dan in ogenschouw te nemen
dat ook de vrijheid waarop we bouwden
ons onderhoud behoeft.
‘Mijn stad aan zee’ werd geschreven op verzoek van de Helderse commissie 4/5 mei. Ik droeg het voor tijdens de dodenherdenking van 2022.