#HalloAnousha,
Hoe gaat het met je? Met mij wel goed, geloof ik. Mijn witte fragiliteit speelt nogal op, dat wel. Een beetje ter hoogte van mijn hart. Ik hoop dat het niet chronisch is.
Ik schrok van je tweet gisteren. Je reageerde op mijn essay ‘Een en Ander overhoop. Een pleidooi voor meerstemmigheid’. Daarin betoog ik dat zogenaamde natuurlijke indelingsprincipes als man/vrouw, mens/dier, hetero/homo niet onschuldig zijn, maar tot stand zijn gekomen op basis van witte, manlijke wetenschap. Ik noemde in dat rijtje ook blank/zwart.
In eerste instantie feliciteerde je mij met mijn derde prijs in de #ikschrijf essaywedstrijd. Toen je las dat ik de woorden blank/zwart had gebruikt, trok je subiet je felicitaties in. ‘Faaaaaak!’ dacht ik. ‘Afgeserveerd door Anousha Nzume!’
Intersectionaliteit
Een paar uur voor de prijsuitreiking, op 10 april, deed ik een bestelling bij de Amsterdam University Press. Jouw boek ‘Hallo witte mensen’. Het boek was nog niet uit, maar ik was er razend nieuwsgierig naar. ’s Avonds mocht ik, tot mijn grote verrassing, de derde prijs in ontvangst nemen. Je Dipsaus-collega en redacteur bij AUP Ebissé Rouw-Wakjira was één van de juryleden. Ze vertelde me dat ze zich er sterk voor had gemaakt mijn essay met een prijs te belonen. Ik ben haar daar enorm dankbaar voor. Sylvana Simons sprak die avond. Ze hoopte, zette ze op Twitter ‘…omdat het maatschappelijk debat dat zo nodig heeft, nog veel van deze vrouw te gaan horen’.
Ik vertel je dit niet om te beargumenteren dat ik ‘heus waar een goed essay heb geschreven’. En ik weet wel beter dan een – huilie huilie – ‘Maar ik bedoelde het toch goed?!’ Ik vertel je dit omdat de woorden van deze twee vrouwen mij het gevoel gaven dat ik, als witte vrouw een zinvolle bijdrage kan leveren aan het gesprek rond intersectionaliteit. Iets wat griezelig is, omdat je juist als witte vrouw zoveel dingen niet weet en sommige dingen gewoon nooit echt zal kunnen begrijpen. Het risico om daardoor toch iets kwetsends te zeggen, ligt altijd op de loer.
Terminologie
Je begint je boek met een korte inleiding over terminologie. Je zegt dat we leven in een tijd waarin we spreken over witte mensen, mensen van kleur en soms ook zwarte en bruine mensen. Je hebt ervoor gekozen, vertel je, in het boek veel verschillende termen te gebruiken omdat we er in het Nederlandse discours ook nog niet over uit zijn wat de juiste of definitieve termen zijn. Voorlopig eclectisch, altijd veranderend, zeg je en je verwijst naar de terminologie die je in de loop der jaren op jezelf hebt toegepast. Later in je boek leg je helder en overtuigend uit wat er mis is met het woord blank. Blank draagt de historisch geladen connotatie van reinheid, puurheid, afwezigheid van kleur en is tijdens de hele koloniale geschiedenis gebruikt als tegengestelde van mensen die werden aangesproken met het n-woord. In oktober 2016 had in De Volkskrant een stuk van de ombudsvrouw over het woord blank gestaan en inmiddels heeft De Volkskrant de term bij het grof vuil gezet.
Alliantie-politiek
Noem me onwetend, maar vergeef me; Tot ik jouw boek las was blank voor mij gewoon een ander woord voor wit. En als dat niet voor heel veel mensen ook zo was, was ‘Hallo witte mensen’ niet eens nodig geweest. Het is pas sinds kort, mede door jouw boek, dat ook hier een verandering in gang is gezet.
Eén woord kan, als het maar genoeg besmet is, 1300 andere woorden om zeep brengen. Dat blijkt maar weer. Als ik mijn essay niet in januari, maar afgelopen maand had ingestuurd, had ik voor wit gekozen. Alle andere woorden had ik laten staan. Ze gaan over alliantie-politiek. Over het loslaten van zogenaamd natuurlijke categorieën, om elkaar te versterken op basis van zelfgekozen verbintenissen.
Je haakte af, zei je in je tweet, omdat ik blank/zwart geschreven had. Ik haak niet af, ook al zette je me keihard in de hoek. Ik kies voor deze verbintenis. I’ll root for you. En ik hoop dat er altijd iemand is die me erop wil wijzen als ik onverhoopt toch verblind word door mijn eigen witte spiegelbeeld.
Het ga je goed.
Yanaika Zomer.