“Maar jij kunt over seksueel geweld praten zonder overal handen te voelen.” Het was mijn laatste verweer. De afgelopen dagen sprak ik, zoals zovelen, nogal vaak over seksueel geweld. Vooral met mannen. Leuke, lieve mannen, die nooit een vrouw kwaad zouden doen. En toch werd ik uiteindelijk vaak boos op ze. Gefrustreerd vooral. Omdat ze het niet begrepen.
Ik was aan het verliezen, voelde ik achteraf. Ik kreeg hem niet aan het verstand hoe groot dit was, om hoeveel vrouwen het ging, om hoeveel mannen dus, die zich zo gedroegen. Ik kon hem niet uitleggen wat het met je doet. Hoe angst in ons geworteld is en hoe dat gekke schuld-ding werkt. “Je hoort je leven lang wat je als meisje allemaal niet moet doen”, zei ik. “Niet te veel bloot laten zien, niet ’s avonds gaan joggen, niet met vreemden praten. Daardoor voelt het altijd, al lachte je alleen maar vriendelijk, als je eigen schuld.”
Een handje ondergaan
Iemand raadde me een weerbaarheidstraining aan. Om me sterker te voelen als ik alleen op straat liep, voorbereid te zijn op een aanval, om een verkrachter met een slimme duimgreep op de grond te krijgen. Een prima advies, dat letterlijk levens kan redden. Maar ook dat schuurde. Deze man zei het nadat ik me op Twitter uit had gesproken tegen ongewenste betastingen. In de kroeg vooral. Mijn God, hoe vaak ik, mijn vriendinnen, vrouwen in het algemeen, niet ‘een handje ondergaan’. Lichtjes op je bil, ‘want hij moet er even langs’, per ongeluk op je borst, ‘want je bent gewoon zo mooi’ of tussen je benen, ‘want dat is wat je wil, toch?’ Ik vertelde dat het tot mijn eenzaamste momenten hoorde als iemand in de kroeg weer eens aan me zat en níemand daar aanstoot aan nam. Niemand die zo’n man de wind van voren gaf. Daarmee leek ik misschien te suggereren dat ik gered wilde worden, maar dat was het niet. Ik ben weerbaar genoeg om mezelf te redden. Wat ik erg vond is dat zo’n man hooguit zou voelen dat ík, ‘tease, frigide trut, preuts ding, kutwijf’, het niet leuk vond. Maar dat hij nooit zou voelen dat wat hij doet fundamenteel verkeerd is.
Bewijsdrang
Ik merkte in de gesprekken dat ik voorbeelden ging aanhalen. Kroeghandjes, sissende opmerkingen. Een man in de trein die begon te masturberen terwijl hij naar mijn gezicht keek. Die keer dat ik dat ik achterna gezeten werd in de Koningdwarsstraat en ik harder rende dan ik ooit gedaan heb. Pfff… die keer dat ik als meisje van 15 in het huis van een oudere man verzeild raakte en die aardige man me sommeerde om me uit te kleden. Nee, natuurlijk had ik daar niet moeten zijn. Zo stom. Van mij, ja. Hoe een vijftiger een jong meisje zo ver krijgt dat ze alle waarschuwingen van haar ouders in de wind slaat, doet verder niet ter zake. Blijkbaar.
Ik haalde kortom voorbeelden aan om te ‘bewijzen’ hoe erg het was. Want de meeste leuke, lieve mannen, die nooit een vrouw kwaad zouden doen, kunnen het zich niet voorstellen. Sterker nog, ze voelden zich bijna zelf terecht staan. Omdat de aantijgingen tegen sommige mannen, aanvoelden als aantijgingen tegen alle mannen. Omdat ze diep van binnen zelfs een beetje bang waren dat ze, verliefd of dronken, wel eens iets te lang hadden aangedrongen. Omdat ze als vaders van dochters graag wilden geloven dat het maar om een handjevol gekken gaat. En ik herkende het mechanisme. Ik schiet in een zelfde soort kramp als het om racisme gaat en ik zo graag wil laten voelen dat ik bij de good guys hoor.
Geloof me
Maar het gaat niet om een handjevol gekken. En het ís een groot probleem. Nee, niet alle mannen. De meeste niet zelfs. Maar één klootzak maakt vele slachtoffers. Het was echt niet mijn onverbiddelijke schoonheid die al die mannen tot grensoverschrijdend gedrag bewoog. Deze mannen doen dit vaker en niemand houdt ze tegen.
Lieve, leuke mannen, die nooit een vrouw kwaad zouden doen, voel je aangesproken. Wij hebben jullie nodig. Om samen met ons zoons op te voeden die weten hoe het hoort. Om onze dochters te laten zien wat ze waard zijn. Om je vrienden aan te spreken als ze zich niet gedragen. Of als het moet een vreemde. Je hoeft me niet te redden, maar laat me voelen dat ik niet alleen ben. Geloof me als ik zeg dat ik me aangetast voel in het diepst van wie ik ben. Wie me aanraakt raakt MIJ aan. Dat mag nooit zonder dat ik dat wil. En hou me even vast alsjeblieft, zodat ik altijd weet dat er leuke, lieve mannen zijn die nooit een vrouw kwaad zouden doen.