Wie niet het ruisen kent van zenders zoeken
en het geluk van het juiste liedje,
als net de auto start en de regen
en de melancholie gelijktijdig net zo hard op je voorruit slaat,
weet eigenlijk niet wat radio is.
Gezichtloos, gewichtloos vult een stem de ruimte en heb ik een metgezel. Beter, een beetje liefde door de ether,
deze man is vanavond mijn beste vriend.
Een door hem samengestelde soundtrack
maakt forensen een film met mij in de hoofdrol.
Ik vreet kilometers door het donker,
terwijl de man van de radio mij warm en wakker houdt.
Ze noemen mij de luisteraar.
De platenfluisteraar
vult anoniem de ruimte tussen de muziek, tussen mijn oren
en de scheurtjes in mijn hart.
Maar ik ken hem nu. De man die ’s avonds achter de knoppen kruipt,
de stem, de zender die ik ontvangen mag.
Een gezicht, een lach,
immer een petje en een stijl die door de geluidsbarrière kan,
ware het niet dat hij zich bescheiden opstelt
en liever vertelt
wie zijn gasten die avond zijn.
Hij bevraagt ze, laat ze praten en gunt ze een plek op mijn bijrijdersstoel
om hun verhaal te doen.
Een talkshow in mijn auto,
trekt de radio mij in de studio
en maakt hij het af met een liedje dat hij niet zomaar koos,
maar geruisloos, geluidloos,
aansloot bij het gesprek van de dag.
Ze noemen mij de luisteraar,
maar eigenlijk hoort hier niemand zoals hij.
‘De luisteraar’ werd geschreven bij het tienjarig radiojubileum van Richard – Radio Richard – Boerrigter. Maandelijks ben ik één van de meepraters in zijn talkshow en draag dan ook voor in mijn eigen rubriek ‘Dichter bij Rigter’.