Soms denk ik nog aan bollenschuren waar je uren achtereen tulpenbollen pelde. Je kistjes telde en de dagen. Waar aan de lopende band liefdes bloeiden en je hand in hand het erf verliet met de jongen van de rooimachien. En je 's avonds op het strand zou zien dat hij net zo min als jij wist hoe je een kus begint. Waar de zomerhits al stoffig waren voor ze door de schuur heen kraakten vanuit een oude radio. En we ons geen illusies maakten of grote zorgen, want vandaag voorspelde morgen. Zonnig en mooi weer zeven kistjes. Waar het vuil zich ophoopte tot onder je huid, terwijl jongens om de heftruck streden. Maar hoeveel pijn je handen deden voelde je niet in die van hem.